FEEDBACKFORMULIER

Wij waarderen uw feedback!

FEEDBACK
Dit veld is verplicht
Dit veld is verplicht

* verplichte velden

Made in Holland: reshoring in Nederland

Belangrijkste inzichten
  • Naar aanleiding van de coronacrisis is reshoring een relevante strategie geworden om de afhankelijkheid in internationale productieketens te verminderen.
  • Reshoring omvat het terughalen van bedrijfsactiviteiten die eerder zijn uitbesteed naar het buitenland.

  • Enkel 1 à 2 % van de bedrijven in Nederland doet aan reshoring-activiteiten.

  • De Sociaal Economische Raad verwacht dat de omvang van reshoring in Nederland beperkt blijft. De verwachte effecten op werkgelegenheid zijn daarom ook beperkt.
  • Reshoring wijst echter wel op een verschuiving van de arbeidsvraag en biedt op verschillende manieren kansen op de arbeidsmarkt.

AFHANKELIJKHEID IN BEVOORRADINGSKETENS BLOOTGELEGD

Lockdowns en andere maatregelen die wereldwijd zijn genomen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, hebben zwaktes blootgelegd in de geglobaliseerde waardeketen. Door hun afhankelijkheid van buitenlandse producenten en leveranciers, hebben veel Nederlandse bedrijven problemen ondervonden bij productie en bevoorrading. Hoewel deze afhankelijkheid eerder als risico van offshoring benoemd is, werd dit in 2020 voor het eerst op grote schaal gevoeld.

Zo waren er in ziekenhuizen grote problemen bij de aanvoer van mondkapjes, beschermende jassen en andere medische hulpmiddelen, waardoor de behandeling van coronapatiënten in het gedrang kwam (Volkskrant). Ook in andere industrieën, zoals de autobranche, werd duidelijk hoe een grote afhankelijkheid van wereldwijde toeleveranciers kan leiden tot een stagnerende aanvoer en productie (ING, Corona Automotive). Ook worden in de detailhandel kleine voorraden aangehouden om kosten te drukken. Het afgelopen jaar is op deze voorraden flink ingeteerd, of zijn deze zelfs onvoldoende gebleken, toen productieproblemen en beperkingen in internationaal vervoer ontstonden (ING, Corona Detailhandel Non-Food).

Velen kijken dan ook naar het terughalen van de productie naar Nederland om de afhankelijkheid in bevoorrading te verminderen. Zo zijn diverse partijen, waaronder Afpro, Auping, DSM en VDL, begonnen met productie van mondkapjes in Nederland (Trouw, Eindhovens Dagblad). Bedrijfsactiviteiten die eerder zijn uitbesteed naar het buitenland terughalen naar Nederland, wordt ook wel reshoring genoemd. Daarmee is reshoring de directe tegenhanger van offshoring.

WaAROM DOEN BEDRIJVEN AAN RESHORING?

Reshoring is geen nieuw concept. Het uitbesteden van activiteiten naar het buitenland kan in veel gevallen zorgen voor verlaging van kosten en het ontdekken van nieuwe markten. Echter valt dit in de praktijk soms tegen, waardoor activiteiten toch weer teruggehaald worden naar eigen land. Lokale productie biedt ook meer zicht op de productkwaliteit en meer flexibiliteit om snel in te spelen op veranderingen in vraag. Verder spelen de geschiedenis, waarden en doelstellingen van het bedrijf vaak een rol, zoals doelstellingen om de ecologische voetafdruk te verminderen. Daarnaast kunnen nieuwe, geautomatiseerde productietechnieken het aantrekkelijk maken om productie weer terug te halen naar Nederland (SER). Reshoring is om die redenen al een bekende bedrijfsstrategie.

Vaak is er één reden of gebeurtenis die als trigger werkt, waardoor reshoring ineens overwogen wordt als optie (Barbieri et al.). De coronacrisis in 2020 is een goed voorbeeld van een trigger-event dat reshoring opeens relevant maakt. Naast bovenstaande redenen, zijn het beperken van de kwetsbaarheid van bevoorradingsketens en het versterken van de lokale economie twee bijkomende argumenten geworden voor reshoring. Zal het aandeel bedrijven dat aan reshoring activiteiten doet hierdoor dan ook toenemen?

VERWACHTING RESHORING IN NEDERLAND

Reshoring is van relatief beperkte omvang in Nederland. Onderzoek van de KVK in 2016 geeft hier meer inzicht in. Van het percentage bedrijven dat aan buitenlandse uitbesteding doet, heeft 10-17% de productie teruggehaald naar Nederland. Ongeveer 1 à 2% van de bedrijven in Nederland doet dus aan reshoring-activiteiten. Naar aanleiding van de coronacrisis, bracht de Sociaal Economische Raad (SER) op verzoek van de Tweede Kamer een verslag uit over hoe reshoring zich in de toekomst zou kunnen ontwikkelen en welke rol dit fenomeen kan spelen in het versterken van de Nederlandse industrie.

De SER verwacht niet dat reshoring een substantiële strategie zal zijn om ketens te versterken. Allereerst is het aantal bedrijven dat in de afgelopen  jaren productie heeft uitbesteed vrij beperkt, en is de uitbesteding vooral geconcentreerd binnen Europa. Het aantal bedrijven waarvoor reshoring een optie is, is dus maar gering. Oplossingen zoals het aanhouden van grotere voorraden of het diversifiëren van toeleveranciers zijn goede alternatieven om de waardeketen robuuster te maken. Daarnaast verwacht de SER meer investeringen in innovatieve technologieën als blockchain of het ‘Internet of Things’, om transparantie in ketens te verbeteren en zo kwetsbaarheid te beperken.

Voor producten zoals medische hulpmiddelen is het uiteraard van publiek belang dat deze voorradig zijn. Evenals het aanhouden van grotere voorraden, biedt reshoring hier de mogelijkheid om afhankelijkheid in essentiële productketens te verminderen en levenszekerheid in crisissituaties te verbeteren. De SER raadt echter aan om deze ketens in samenwerking met de EU te organiseren, en niet alle activiteit te organiseren binnen Nederland. Zo krijgt Nederland toegang krijgt tot nodige expertise en schaalvoordelen die de EU biedt. Een dergelijke samenwerking heeft verder als voordeel dat de Nederlandse economie niet te schokgevoelig wordt. Internationale bedrijfsketens hebben namelijk als voordeel dat schokken, zoals de huidige economische crisis, kunnen worden opgevangen door internationale markten, en niet alleen door Nederland.

EFFECT VAN RESHORING OP DE ARBEIDSMARKT
  • Onzeker effect op werkgelegenheid

De omvang van reshoring-activiteiten is vrij beperkt in Nederland. De verwachting is dan ook dat er geen grote werkgelegenheidseffecten volgen uit reshoring (Parlementaire monitor). Onderzoek van het CBS wijst uit dat 1% van de bedrijven aan reshoring-activiteiten deed tussen 2014-2016, wat slechts ongeveer 380 banen betrof. Bedrijven met minder dan 50 werknemers zijn in dit onderzoek niet opgenomen, maar vooralsnog blijkt de impact van reshoring slechts een gering effect op de arbeidsmarkt te hebben. Verder is niet bekend wat de impact van reshoring naar Europa is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Met het oog op meer samenwerking binnen de EU voor het versterken van essentiële productieketens, is dit een belangrijk onderwerp voor verder onderzoek.

Of de impact van reshoring concreet een winst of verlies aan werkgelegenheid betekent, blijft onduidelijk. Naast een gering effect van reshoring op de werkgelegenheid, is het ook zo dat de effecten van offshoring onduidelijk blijven. Onderzoek van het CPB toont aan dat offshoring een beperkt negatief effect heeft op Nederlandse werkgelegenheid. Berghuis van Vrije Universiteit Amsterdam wijst zelfs op de potentiële positieve effecten op werkgelegenheid die offshoring kan hebben door een toename in transactie en regie-activiteiten. Of de werkgelegenheidseffecten van reshoring opwegen tegen de effecten die het terugdraaien van offshoring zal hebben op de werkgelegenheid, blijft dus onzeker.

  • Diverse kansen op de arbeidsmarkt

Daarnaast kan een verlies aan werkgelegenheid in één deel van de arbeidsmarkt leiden tot een winst in werkgelegenheid in een ander deel. Deze verschuiving kan ook verschillen per opleidingsniveau en type werk (SER). Aangezien de lonen in Nederland hoger zijn, is de verwachting niet dat werkzaamheden die in lagelonenlanden worden uitgevoerd, in Nederland eenzelfde vorm zullen aannemen (Parlementaire monitor). Voornamelijk de productie voor zeer technische producten wordt teruggehaald, vanwege Nederlandse innovaties op het gebied van digitalisering, automatisering en robotisering. Hierdoor zal voornamelijk de vraag naar mensen met specialistische technische kennis en expertise toenemen. De vraag naar laaggeschoold en/of arbeidsintensief werk zal daarentegen niet toenemen. Om te zorgen dat Nederlanders deze kansen kunnen aangrijpen, zal door middel van proactief overheidsbeleid aangestuurd moeten worden op een continue ontwikkeling van vaardigheden.

Toch is het niet uitgesloten dat reshoring kansen biedt voor banencreatie voor kwetsbare groepen. Ferrofix en Capi Europe zijn voorbeelden van bedrijven die werken met mensen in de Wet sociale werkvoorziening, nadat zij werkzaamheden uit het buitenland hebben teruggehaald (Parlementaire monitor). De loonkostensubsidie in de Participatiewet maakt het bovendien nog aantrekkelijker voor bedrijven om laaggeschoolde arbeid terug te halen uit lagelonenlanden. Zo kan reshoring een rol spelen in het creëren van kansen voor mensen met een arbeidsbeperking.

Ook op andere manieren biedt reshoring kansen op de arbeidsmarkt. Bij het terughalen van activiteiten naar Nederland, zal dit indirect banen opleveren in de ondersteunende dienstverlening. In de praktijk blijkt dat dergelijke ondersteuning namelijk vaak georganiseerd wordt rondom productielocaties, en leidt tot meer banen in sales, design, onderhoud en transport (SER).

Extra informatie voor bedrijven

Om bedrijven gedetailleerd inzicht te bieden in de keuze al dan niet te  re- of offshoren, heeft Midden-Brabant samen met de Tilburg University een tool ontwikkeld. Bedrijven, overheden en andere geïnteresseerden kunnen zich voor meer informatie of vragen richten tot het kennis- en ondersteuningsplatform The Reshoring Connection via www.re-shoring.nl.

bronnen

POWERED BY

powered by